Ik heb de afgelopen vijf jaar veel humanitaire crises gezien, waaronder op plekken zoals in Zuid-Soedan, Irak en Afghanistan. Maar ik heb nog nooit zoiets gezien, waar zoveel mensen - vooral kinderen - zo zichtbaar getraumatiseerd zijn.
Omgaan met dit trauma vormt een cruciaal onderdeel van het humanitaire antwoord. Organisaties zoals Save the Children hebben al tientallen veilige speelplekken (child friendly spaces) voor jongere kinderen opgericht.
Maar wat echt nodig is, is onderwijs. School gaat niet alleen over leren. Het biedt routine en een gevoel van normaliteit, een plek waar kinderen vrienden kunnen maken, kunnen spelen en onthouden hoe het is om kind te zijn. Het is ook een belangrijke vorm van bescherming tegen uitbuiting en misbruik als mensenhandel.
Maar nu gaan meer dan 450.000 Rohingya-kinderen niet naar school.
Ervoor zorgen dat kinderen toegang krijgen tot onderwijs in situaties als deze, redt levens. Als ik de spookachtige gezichten van zoveel getraumatiseerde kinderen als Shawkat zie, ben ik daar nooit meer zeker van geweest dan nu.