Extra hulp
Ter voorbereiding op deze mogelijke ramp zamelt Save the Children extra voedselpakketten en tenten in om kinderen en hun families te ondersteunen. Ook is er een mobiele ‘child friendly space’ waar kinderen naartoe kunnen komen voor activiteiten of gesprekken met hulpverleners. Deze ruimtes bestaan ook in de huidige kampen en geven kinderen rust en structuur. Deze mobiele ruimte kan letterlijk meereizen met de kinderen als zij opnieuw moeten vluchten.
“Deze kinderen hebben nog steeds trauma’s van hun vlucht uit Syrië en raakten hier eindelijk een beetje geworteld. Nu moeten ze opnieuw hun huizen verlaten en dreigen zij alles kwijt te raken. Geen enkel kind zou dit opnieuw moeten hoeven meemaken”, aldus Pim Kraan, directeur Save the Children.
In de omliggende dorpen Baalbeck en Hermel staan ook veel onofficiële huizen gebouwd door Syrische vluchtelingen. Hen wacht hetzelfde lot. Arsal heeft 100.000 inwoners, waaronder 40.000 Syrische vluchtelingen die afhankelijk zijn van noodhulp. De meeste vluchtelingen hebben al hun bezittingen in hun woningen opgeslagen en zullen naar alle waarschijnlijkheid proberen om in het dorp te blijven.
Schuld aan problemen
In Libanon wonen ongeveer 1 miljoen Syrische vluchtelingen, de helft is kind. De Libanese overheid geeft vaak Syrische vluchtelingen de schuld van sociaaleconomische problemen in het land. In veel dorpen is het aantal vluchtelingen groter dan het aantal oorspronkelijke bewoners, wat bijdraagt aan de negatieve houding naar nieuwkomers. Save the Children werkt al vanaf 1953 in Libanon en biedt noodhulp en ondersteuning op het gebied van onderwijs en ondernemerschap.