De inval van het Turkse leger in Syriƫ zorgde voor een grote stroom nieuwe vluchtelingen.
Vanaf oktober zijn ruim 17.000 Syriƫrs de grens bij Koerdisch-Irak overgestoken. De meesten (16.000) wonen in Bardarash kamp in het noorden van Irak. Nog eens 300 zijn overgeplaatst naar het kleinere Gawilan kamp. Onze medewerkers (of: Hulpverleners) vrezen dat beide kampen nog verder zullen vollopen.
Annemieke Ruggenberg is media manager bij Save the Children in Nederland. Zij bezocht de kampen in Noord-Irak om de projecten van Save the Children te bekijken en om verhalen te horen van de mensen die er wonen. Haar ervaringen leest je hieronder.
Ziekenhuis
“Wanneer komt hier een school?” Dit is de meest gestelde vraag aan Save the Childrenmedewerkers in kamp Bardarash. Zeker als je – zoals ik – een westers uiterlijk hebt, wordt snel gedacht dat je wat kunt betekenen of veranderen. De stress is van de gezichten van mensen af te lezen. “Ik heb geen zin in jullie vragen”, zegt een vrouw met wie ik een gesprek wil beginnen. Ze legt haar hand op haar hart. “Ik wil gewoon betere voorzieningen.” Het is moeilijk om te horen dat het velen aan zoveel basisbehoeften ontbreekt. Ook naar een doktersbezoek wordt veel gevraagd. Een oudere man met holle ogen loopt een tijdje achter me aan: “Ik moet echt naar een dokter”, zegt hij. “Kun je me brengen?” Mijn collega Dirlan noteert zijn naam en het nummer van zijn tent. “Ik ga kijken wat ik voor je kan doen”, zegt hij. Niet alleen deze man, maar honderden anderen vragen om een ziekenhuisbezoek of een dokter. Medische hulp is beperkt beschikbaar en specialistische hulp ontbreekt. Je ziet en voelt dat het kamp net is geopend. Medisch personeel is niet makkelijk te vinden en voor specialistische zorg zouden de mensen het kamp uitmoeten. Wat logistiek erg lastig is.
Psychosociale zorg
Volgens Dirlan hebben veel mensen die om een dokter vragen vooral baat bij psychosociale hulp. De volwassenen hebben net als hun kinderen last van traumatische ervaringen die soms voor lichamelijke klachten zorgen. “Kinderen klagen over hoofdpijn en buikpuin. Dat wordt vaak veroorzaakt door stress.” In de speelruimtes van Save the Children krijgen zij de kans om een therapie te volgen”, zegt hij. “Door creatieve activiteiten zoals schilderen en tekenen kunnen zij hun problemen en angsten verwerken.” Ook voeren ze gesprekken met pedagogisch medewerkers.
Ongeschoold
Voedsel en kleding is er inmiddels in beide kampen genoeg, maar door de komst van zo’n grote groep nieuwe vluchtelingen, is er veel meer nodig. De helft van alle vluchtelingen is kind. Zij kunnen nu al ruim 4 maanden niet naar school. Save the Children en andere hulporganisaties hebben zogenoemde ‘learning centres’ opgezet, plekken waar zij met pedagogisch medewerkers activiteiten doen. De jonge kinderen oefenen met lezen en schrijven en krijgen rekenlessen. “Het is geen echt onderwijs, maar beter dan niets”, zegt een moeder. Haar twee dochters komen iedere dag en gaan met plezier naar onze learning centers.
Toekomst
Waar de ouders vaak een sombere indruk maken, lijken de kinderen energiek en vrolijk. De meesten konden niets meenemen van thuis, alleen hun kleding. Helen (12) vertelt dat zij kleding leent en ruilt met haar buurmeisje. “Zo voelt het alsof we allebei toch wat meer outifts hebben.” Allebei willen ze laten modeontwerpster worden. Een ander meisje vertelt ongevraagd enthousiast over haar droom: kunstenares worden. Ze toont trots de tekenen die ze in het learning center maakte. Het geweld in hun thuisland heeft deze kinderen hun toekomstdromen niet afgenomen. Laten we hopen dat dat zo blijft.
Als je wil kun je hier bijdragen aan de hulpprojecten van Save the Children.