Skip to main content
1eec083a-3f9f-4173-a263-af9d25befc94.JPG.webp

Omar werd geslagen en verdronk bijna tijdens zijn vlucht uit Syrië: "Het was erg zwaar"

Zondag 5 Maart 2023
De zeventienjarige Omar* was negen toen hij vanuit Syrië naar Zweden vluchtte. Het was een traumatiserende reis. Zijn verhaal is helaas niet uniek. Veel kinderen die via de Mediterrane route vluchten, maken verschrikkelijke dingen mee.  

Omar herinnert zich dat hij in Syrië naar de tandarts ging voor een controle. "Zoals elk kind doet", vertelt hij. Toch was dit voor hem geen 'normale' ervaring. "Er kwam een soldaat bij de tandarts binnen. Ik was geschokt. Ik kon niet bewegen. Ze hadden geweren op me gericht. Ik had mijn mond al 10 minuten open voordat ze kwamen omdat de tandarts een grapje had gemaakt over hoe ik hem open moest houden. Ik kon mijn mond niet sluiten. Het was eigenlijk een beetje gek. Eén van hen stak een pistool in mijn mond en één richtte een AK47 op mijn hoofd. Hoe moet een kleine jongen dat verwerken? Ik was in shock. Ik huilde niet. Dat kon ik niet. Zelfs nadat ze weggingen, kon ik een dag lang mijn mond niet meer dichtdoen."

Op een later moment was er een bominslag bij zijn school. "Het was geen gewone bom, het was een raket. Stel je voor, een raket midden op het schoolplein. En het schoolplein ligt middenin de school, dus je kunt niet weg. De eerste bom kwam van een eind verderop van de school. We doken onder onze schoolbankjes. Na ongeveer drie minuten landde er een op het schoolplein."    

Vluchten
Zijn familie besloot te vluchten. Zijn vader en jongere broer gingen naar Libië om te proberen over te steken naar Europa. Hij herinnert zich dat hij bang was dat ze zouden sterven. "Het kostten hen 18 dagen om van Libië naar Italië te komen. Ik wist niet wat er met hen gebeurd was. We hoorden dat ze Libië hadden verlaten en op zee waren. Na een tijdje belde mijn vader en zei: ”We hebben het overleefd. We zijn nu in Italië.” Je bent blij, maar niet alleen dat. Het is een raar gevoel."   

"Mijn vader was eerst in Italië en toen ging hij naar Zweden. We hoorden dat het lang zou duren voordat we er waren. Ongeveer 2-3 jaar. We dachten, nee, we nemen dezelfde route maar dan via Turkije. Het was moeilijk om die kans te grijpen, om te besluiten dat we het moesten proberen. Echt moeilijk eigenlijk."   

De hele reis was voor Omar en zijn familie lang en gevaarlijk. Bij de eerste militaire controlepost werden ze tegengehouden en werd hij geslagen. De auto waarin zijn familie reed werd beschoten: "Degenen die op ons schoten. Ze denken niet na. Zijn er kinderen? Zijn er oude mannen? Ze weten het niet, ze schieten gewoon."

De oversteek
Omar en zijn familie bleven een maand in Turkije voordat ze een poging waagden om over te steken naar Griekenland. "Het was verschrikkelijk toen we het hotel verlieten om naar de zee te gaan. Wees stil. Geen geluid. We konden niets zeggen. Het was eng." De rubberboot waar ze in zaten werd onderschept door een vaartuig van de kustwacht: "Ze wilden niet stoppen. Ze reden op ons af. Ze hadden snelle boten. Ze wilden het midden van onze boot raken om ons af te stoppen. Niemand wist wat er zou gebeuren. De kustwacht wilde ons raken. We hadden geluk, want de man die onze boot bestuurde, versnelde, zodat zij ons niet raakten. Ze pakten de man die stuurde en sloegen hem voor onze neus in elkaar."   

Na 20 dagen probeerden ze het opnieuw. Deze keer werkte de motor niet echt. "We moesten de hele tijd met roeispanen roeien. Ze waren zwaar. Het voelde als twee meter vooruit, vier meter achteruit. We waren met meer dan 50 mensen op een boot voor 40 en er kwam water binnen. Wij kleine kinderen - mijn zusje, mijn broertje en ik - zaten in het midden en alle volwassenen zaten om ons heen. We werden geplet. Er lagen allerlei spullen bovenop ons."

"We waren ongeveer 20 meter van een kustlijn van rotsen. Het was diep. Ik had mijn reddingsvest maar voor de helft aan en ik kon niet zwemmen. De boot was aan het zinken. Ik zat aan de kant waar het water binnenkwam. Degenen die konden zwemmen sprongen erin en probeerden de boot te duwen. Ik viel erin en was bijna verdronken. Het was heel eng", zei Omar. "We hoorden dat veel mensen in die zee verdronken."  

In Europa
Het was geen warm welkom in Griekenland. "We verbleven zeven dagen op een plek waar dieren worden gehouden - een stal. We kregen niets." Ze bereikten de hoofdstad van Griekenland, Athene, en liepen van daaruit elke dag zo'n 20-30 km tot ze in Servië kwamen, waar ze de trein zouden nemen.  

Uiteindelijk kwam hij aan in Zweden en werd zijn familie herenigd, maar Omar had moeite om te integreren in zijn nieuwe land. "Het eerste jaar ging wel omdat ik met niemand praatte. Het tweede jaar waren de mensen een beetje racistisch tegen mij. Toen had ik de taal geleerd en probeerde ik met hen te praten. Ik zat in de vijfde klas. Ze spraken over mijn geloof en zeiden racistische dingen." 

Niet eerlijk
"De route naar Zweden was erg zwaar", concludeerde Omar. Ongevraagd voegt hij toe: "Toen ik hoorde dat Oekraïners naar Zweden kwamen, vroeg ik hen: hoe was het om hier te komen? Ze zeiden dat het chill was, ze namen de bus naar Zweden. Ik dacht: Dit is niet eerlijk. Het is eigenlijk niet eerlijk."