Emon slaapt op een krantje in het station
Emon weet niet hoe oud hij is. Hij woont op straat en slaapt op een toonbank in het station op een krantje. Hij komt uit Barisal, het platteland. Zijn vader en stiefmoeder sloegen hem zo vaak dat hij is weggegaan.
"Ik mis thuis. Als het zou kunnen, dan zou ik direct weer terug gaan. Ik heb alleen maar de kleren die ik aan heb. Ik draag de bagage van mensen. Zij geven me dan wat geld. Van dat geld koop ik ’s avonds iets te eten en de rest spaar ik voor het ontbijt. Ik had een keer 30 taka’s gespaard, maar toen ik wakker werd was het geld verdwenen. Ik had de hele dag zo’n honger. Ik ben een keer meegenomen. De man zei dat hij voor me zou zorgen. Ik ging mee en toen heeft hij me een jaar gevangen gehouden. Hij heeft niks met me gedaan, maar het eten was vreselijk en in mijn deken zaten wormen. Ik kon er niet van slapen."
