Somalia Acute Joint Response
Naast politieke onrust en economische moeilijkheden, heeft Somalië ook te maken met een zware klimaatcrisis. Er zijn lange periodes van droogte, waardoor miljoenen mensen bijna geen eten meer hebben. Tegelijkertijd zorgen heftige overstromingen ervoor dat meer dan twee miljoen mensen hun huis moeten verlaten. Deze overstromingen veroorzaken ook ziektes, zoals cholera, die via water worden verspreid. Het weer in Somalië wordt steeds extremer, met lange droge periodes die opeens worden afgewisseld door hevige regen. Dit maakt het moeilijker voor de mensen om te herstellen en verder te gaan.
In 2022 en 2023 was er de ergste droogte in meer dan 40 jaar. Omdat het al jaren niet goed regende, hadden miljoenen mensen bijna geen eten. Aan het eind van 2022 en begin 2023 waarschuwden internationale organisaties dat er in sommige delen van het land hongersnood zou kunnen komen, vooral in de districten Baidoa en Burhakaba.
57.000 gezinnen geholpen
Met geld van de Dutch Relief Alliance, een groep van 14 Nederlandse hulporganisaties, heeft Save the Children samen met een partner Gargaar Relief development Organization (GREDO) meer dan 57.000 gezinnen in Baidoa en Burhakaba geholpen. Zo gaven we onder andere geld aan 1200 gezinnen, zodat zij eten en andere belangrijke dingen konden kopen. Ook zorgden ze voor schoon drinkwater voor 7.500 gezinnen.
De recente El Niño-overstromingen in 2023 en 2024 hebben 2,48 miljoen mensen in Somalië getroffen. Wij hebben samen met Somali Aid and Development Organization (SADO) hulp gegeven aan ongeveer 37.000 mensen in Kismayo en Galkayo, ook met geld van de Dutch Relief Alliance. We zorgden voor schoon water, sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg. Dit werd gedaan door water te vervoeren, een waterput te repareren en toiletten te bouwen in vluchtelingenkampen.
We hebben ook hygiënekits uitgedeeld en voorlichting gegeven aan 13.000 mensen. Verder hebben we drie gezondheidscentra, die door de overstromingen beschadigd waren, gerepareerd en medische zorg geboden aan 15.000 mensen, inclusief mentale zorg, kraamzorg, zorg na gendergerelateerd geweld en zorg aan kinderen die ziek zijn geworden van bijvoorbeeld malaria of diarree.