Overslaan en naar de inhoud gaan

Artikel 5 van het NAVO-verdrag: een aanval op één, is een aanval op allen

Op 24 en 25 juni 2025 vindt in Den Haag de NAVO-top plaats. Wereldleiders komen samen om te praten over veiligheid, samenwerking en gezamenlijke verdediging. De kern van hun samenwerking? Artikel 5 van het NAVO-verdrag: een aanval op één, is een aanval op allen.

Maar terwijl regeringsleiders hun burgers proberen te beschermen tegen militaire dreiging, worden wereldwijd miljoenen kinderen dagelijks blootgesteld aan geweld, angst, honger, en verlies. In veel conflictgebieden zijn zij hun thuis, veiligheid en zelfs hun ouders kwijtgeraakt.

Save the Children vraagt daarom aandacht voor een ander perspectief op bescherming: namelijk die van kinderen en hun rechten. Daarom zetten wij Artikel 5 van het NAVO-verdrag en Artikel 5 van het VN-Kinderrechtenverdrag naast elkaar.

Beide artikelen gaan over bescherming, maar doen dit vanuit een fundamenteel andere invalshoek.

Wat is Artikel 5 van het NAVO-verdrag?

Artikel 5 is een centrale bepaling uit het Noord-Atlantisch Verdrag, waarmee de NAVO in 1949 werd opgericht. In dit artikel staat dat een gewapende aanval op één van de NAVO-lidstaten wordt gezien als een aanval op alle lidstaten.

Artikel 5 vormt de basis voor de onderlinge solidariteit en collectieve verdediging binnen de NAVO. In de praktijk betekent dit militaire bijstand in de vorm van troepen, wapens, inlichtingen of logistieke steun.

Toch garandeert militaire veiligheid niet automatisch de veiligheid van burgers. Conflicten gaan vaak gepaard met burgerdoden, vluchtelingenstromen en humanitaire nood. Kinderen behoren tot de meest kwetsbare groepen in deze situaties. Hun bescherming vraagt om meer dan alleen strategische verdediging.

Wat is Artikel 5 van het VN-Kinderrechtenverdrag?

Het VN-Kinderrechtenverdrag werd in 1989 aangenomen en is door vrijwel alle landen ter wereld ondertekend. Artikel 5 van dit verdrag benadrukt dat kinderen hun eigen rechten

hebben, maar dat zij hierin begeleiding nodig hebben van ouders of verzorgers. Deze begeleiding moet afgestemd zijn op de leeftijd, het ontwikkelingsniveau en de behoeften van het kind.

Artikel 5 erkent dat ouders een essentiële beschermingsrol vervullen. Zij begeleiden hun kinderen in het leren kennen en gebruiken van hun rechten. Staten hebben de verantwoordelijkheid om deze rol van ouders te ondersteunen, bijvoorbeeld door gezinnen te beschermen tegen geweld of hen toegang te bieden tot gezondheidszorg, onderwijs en onderdak.

In conflictsituaties staat deze rol onder druk. Ouders raken gewond, vluchten, worden vermist of worden gedood. Kinderen blijven dan achter zonder hun eerste beschermers. Daarmee verliezen zij niet alleen hun vertrouwde omgeving, maar ook de toegang tot de hulp die zij nodig hebben om hun rechten daadwerkelijk te kunnen uitoefenen.

Artikel 5 ≠ Artikel 5

De NAVO-top in Den Haag biedt een moment om stil te staan bij verschillende vormen van bescherming. Waar artikel 5 van het NAVO-verdrag zich richt op de veiligheid van staten en collectieve verdediging, draait artikel 5 van het Kinderrechtenverdrag om de bescherming van kinderen in hun directe leefomgeving.

Deze twee vormen van bescherming zijn niet inwisselbaar, maar ze zijn ook niet los van elkaar te zien. In tijden van oorlog en onveiligheid moet bescherming van kinderen en gezinnen net zo serieus worden genomen als nationale veiligheid. Beide zijn onmisbaar voor duurzame vrede.

Door deze twee artikelen naast elkaar te zetten onderstreept Save the Children dat veiligheid niet alleen gaat over grenzen en wapens, maar ook over gezinnen en de rechten van kinderen. Save the Children roept de lidstaten van de NAVO op burgerslachtoffers bij militair ingrijpen te voorkomen zoals in artikel 5 van het VN Kinderrechtenverdrag staat.

Gerelateerde berichten