‘Een kind dat onderwijs geniet kan gigantische stappen zetten’

Als voorzitter van de Raad van Toezicht zette Rik van Slingelandt (1946) zich jarenlang in voor Save the Children. ‘Toen ik daarvoor gevraagd werd, hoefde ik niet lang na te denken. Kinderen zijn de toekomst. Inmiddels ben ik al even met pensioen, maar steun ik de kinderrechtenorganisatie financieel nog steeds. Zij doen fantastisch werk.’ 

Zelf groeide Van Slingelandt op in Rotterdam met mooie herinneringen aan zijn kindertijd. Daarna volgde een onbezorgde studententijd in Groningen. Ook zijn eigen twee zoons en vijf kleinkinderen hebben het goed. “We zijn bevoorrechte mensen. Dat realiseer ik me maar al te goed.”

In vele landen gewerkt en gewoond


Van Slingelandt werkte op veel plekken in de wereld. “Mijn carrière begon ooit bij de Nationale Investeringsbank. Daarna gaf ik leiding bij grote scheepswerven als Rijn-Schelde-Verolme en was ik CFO bij Rodamco. Ik stond aan de wieg van de internationale Rabobank – over de hele wereld zijn er vestigingen opgezet. Als voorzitter van de raad van commissarissen beëindigde ik - op mijn 70e – na tien jaren bij ABNAMRO mijn loopbaan. Het was mooi geweest.”

Kinderen kunnen er niets aan doen


Naast de pracht en praal van vliegvelden, hotels en luxe kantoorpanden, zag Van Slingelandt ook de keerzijde in landen waar hij werkte. “Zoals in Bombay in India. In eerste instantie zie je de armoede niet, totdat je door een land reist. De contrasten zijn enorm confronterend. En het zijn altijd de kinderen die het hardst getroffen worden en er juist niets aan kunnen doen. Dat doet wat met je als je het met eigen ogen ziet. Dus toen ik ergens in mijn Rabobank-jaren gevraagd werd als voorzitter van de Raad van Toezicht voor Save the Children voelde dat meteen goed. Zij leveren echt een waardevolle bijdrage aan deze wereld.”

Als er werkelijk gehakt wordt in de hulp aan kinderen is dat echt dramatisch

Door onderwijs in zelfstandige levensfase

“Ik vind kinderen ontzettend belangrijk. Zij zijn onze toekomst; die hoort zo goed mogelijk te zijn. Niet alleen qua eten, drinken en medische zorg, maar vooral qua scholing. Als een kind wat leert, kan het in zijn leven gigantische stappen maken. Daarbij is het belang van organisaties als Save the Children groot. Ik kan me niet voorstellen dat ontwikkelingshulp kinderen overslaat. Als er werkelijk gehakt wordt in de hulp aan kinderen is dat echt dramatisch. Zij hebben noodhulp nodig, gezonde voeding, gezondheidszorg én onderwijs. Daarmee krijg je kinderen juist in een zelfstandige levensfase waar ze geen steun meer nodig hebben. Investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur en onderwijs zorgden in veel landen al voor enorme welvaartsgroei. Ik vind het prettig om te weten dat de hulp van Save the Children op goede plekken terechtkomt. Door hun hulp kunnen kinderen beter voor zichzelf zorgen en gemeenschappelijk beter voor hun omgeving zorgen. Daar help ik graag aan mee.”