Skip to main content
CFS Turkije

Pim Kraan schrijft over zijn bezoek aan de getroffen gebieden in Turkije

Vrijdag 16 Februari 2024

Onze directeur, Pim Kraan, is op bezoek in Turkije om onze teams daar te ontmoeten. Hij schrijft in een blog over de enorme gevolgen van de aardbeving en hoe wij die proberen op te lossen. “Wij gaan door.” 

Nu ik deze zondag in het centrum van Antakya rondloop, zie ik de enorme schaal van de verwoestingen die de aardbeving heeft aangericht. Grote gaten in de bebouwing en hier en daar nog een enkel overlevend flatgebouw. De graafmachines zijn overal bezig met het slopen van zwaar beschadigde panden en de stad is langzaamaan aan het verdwijnen onder een dikke laag puin, zo lijkt het. Alles zit onder het stof en de mensen kijken bedrukt. Velen zijn hun huis kwijt, hun winkel of bedrijf is vernietigd en ze rouwen om het grote leed dat deze stad is aangedaan.  

De reddingsteams 
Ik probeer mij er een voorstelling van te maken hoe het eruit moet hebben gezien toen de reddingsteams hier aankwamen. Mensen vertellen mij dat de huizen alle kanten op waren gevallen. Overal puin en glas, en er was geen doorkomen aan. De eerste collega die in Antakya aankwam hoorde de mensen gillen en roepen van onder de ingestorte gebouwen.  

Een andere collega van het team vertelt hoe mensen door de kracht van de beving uit hun bed werden geslingerd en op de grond terecht kwamen. Een andere collega begint daarop te vertellen dat hij alleen maar heeft overleefd omdat zijn zoontje vroeg wakker was. Daardoor waren hij en zijn vrouw ook wakker toen de beving begon en konden ze snel naar de keuken vluchten, waarna de woonkamervloer onder hen wegviel. Wonder boven wonder kwamen ze het gebouw uit, om er vervolgens achter te komen dat velen niet zoveel geluk hadden gehad. Sommigen missen tot wel 70 familieleden. Bij de rotonde stoppen we voor een stoplicht. “Hier stond mijn huis,” zegt Mehmet. We zien niks meer, dan puin. “Ik keek uit op deze rotonde. Nu woon ik in een container.” 

Containerparken 
Er zijn 190 containerparken in en rond de stad. Nog steeds verrijzen er nieuwe. Aan het eind van 2024 moeten alle mensen uit een tent zijn en in de containerdorpen wonen. Het worden er rond de 250. De autoriteiten doen hun best, maar worstelen met de enorme schaal van de noden. De rampendienst AFAD koopt de containers en bouwt de dorpen, maar heeft daar geen ervaring mee. Save the Children mag meedenken en heeft de opzet van één dorp van 500 containers mogen bepalen. Er is een school met smartboards in de klassen, meerdere plekken om geconcentreerd te kunnen leren (dat kan thuis niet want de containers zijn klein), er zijn kindvriendelijke ruimtes waar psychologen met de kinderen aan de slag gaan die nog steeds slecht slapen. En dat zijn er veel.  

De jeugd lijdt nog enorm onder de gevolgen van de beving en dat komt vooral door de enorme angst voor herhaling, de onzekerheid van hoe het verder moet en de economische omstandigheden. Ouders hebben veelal geen of weinig inkomen en de huiselijke spanningen, of beter de ‘containerlijke’ spanningen, nemen daardoor toe. Het is thuis niet altijd veilig en als kind worden je zorgen ook niet altijd begrepen. Een vader zei dat hij zijn zoon een pak slaag geeft als hij nachtmerries heeft. Fijn, denk je dan. Ook nog klappen.  

“Ons” dorp ziet er schoon en vrolijk uit. Er zijn muurschilderingen, er is een speelplaats, tuintjes maken het allemaal vriendelijker. Maar we weten dat het door ons ontworpen dorp de grote uitzondering is. In de haast worden velden vooral volgeplempt met containers, zonder oog voor de sociale behoeften van gemeenschappen. Er zijn gewoon te veel Turken die wachten op een dak boven hun hoofd. 

Pim Kraan

Syrische vluchtelingen 
We gaan kijken naar een locatie waar alle Syrische vluchtelingen bijeen worden gebracht. Daar zijn andere containers gebruikt die weliswaar veel goedkoper zijn, maar ook geen faciliteiten hebben. Voor wassen, koken of een bezoek aan het toilet moet je naar een centrale faciliteit lopen, met alle risico’s van dien in het donker. Misbruikcijfers lopen op. De uitstraling van het kamp is triest. De toegangsweg is een modderbad. Sinds 10 uur die ochtend is er geen water en geen elektriciteit, zeggen de bewoners.  

De school is nog in aanbouw en er is niks te doen. Kinderen verrichten betaalde arbeid in de schaduweconomie, net als hun ouders. Naar school gaan de meesten niet. Sommigen worden uitgehuwelijkt op hun 14e. Anderen verzinken in depressies. Kinderen roken, drinken en gebruiken drugs. Ze verminken zichzelf en er zijn ook gevallen van zelfmoord(pogingen). De vluchtelingen komen vanuit de wijde omgeving. Ook al woonden ze op zich goed, toch moeten ze naar dit kamp. Het gaat wel om 90.000 mensen. Een tikkende tijdbom. Sociale onrust ligt op de loer en de vraag is niet of, maar wanneer dit tot grote problemen gaat lijden.  

Ondertussen gaan wij door. We hebben een grote fundering laten storten en bouwen daarop een kindercentrum. Vandaaruit kunnen we werken aan de grote problemen die de kinderen ondervinden. Hen helpen met ontspannen, trauma verwerken, leren, spelen en kind zijn.